22 augustus 2017
|
Door:
kriekopreis
Aantal keer bekeken
237
Aantal reacties
Chiang Mai,
Thailand
a
A
Tempelhoppen
De afgelopen dagen heb ik zoveel tempels, boedha's en monniken voorbij zien komen, dat ik in theorie voor de rest van mijn leven voorzien zou zijn. Nog even of ik ben zo ingeburgerd dat ik mijn eigen huis zou gaan verbouwen tot zo' n prachtig versierde tempel. Of ik word nog eens een monnik.
Gekkigheid natuurlijk. Anyway, afgelopen vrijdag ging de eerste trip naar Wat (=tempel) Phra Kaew en het tweede uitje naar Wat Pho. Beiden tempelpleinen waren een heel dorp op zich en met meer dan 1000(!) boedha's en honderden schitterende gebouwen, zou je er goed je ei in kwijt kunnen als verstoppertje spelen je hobby zou zijn.
Goed, ik heb weer andere hobby's dus het is vooral gebleven bij het aanschouwen van deze sprookjesachtige kunstwerken, waar ik behoorlijk van onder de indruk was. Bij Wat Pho was de liggende boedha, die overal in Thailand aanbeden wordt, ook een hele happening met zijn maar liefst 46 meter lengte!! Wooow, dat is 28 x Kriek.
Na het boedha-avontuur ben ik met drie Dutchies, die ik bij de eerdere fietstour had ontmoet, naar een rooftop bar gegaan voor een prachtig uitzicht over Bangkok. Nadat we op de Khao San Road gegeten hadden, was er één held van ons groepje die daarna nog een bijzonder toetje nam... Na wat keuzestress tussen de uitgestalde vogelspinnen, een duizendpoot of mega larf, werd er gezwicht voor de gefrituurde schorpioen (zie foto). Jamjam.
Nog even terug naar de tempels, waar het in dit land van barst. Alleen Bangkok heeft er al meer dan 400. Wees gerust, dat vertelt Google mij, ik heb ze niet geteld.
Terwijl de toeristen wat 'ooh's' en 'aah's' uitkramen en zich verdringen voor de boedha's die zij als attractie aanschouwen, zitten de locals ondertussen geknield in gebed voor hun god. Je zou denken dat je voor je stille tijd een ander plekje opzoekt, maar kennelijk hebben zij geen last van die vervelende vakantiegangers.
Overigens gelden er wel wat regels om de Thaise goden te mogen bekijken. Zo mag je niet op de drempel stappen bij het naar binnengaan, want dat zou ongeluk brengen. Ook moeten je schouders en knieën bedekt zijn uit respect en moeten de schoenen uit. De volgende keer breid ik mijn schaarse backpack-inhoud echter wel uit met een wasknijper: sommige mensen lopen hier al een dag of 6 met dezelfde sokken, gezien de doordringende geur die mij in de tempel bijna van mijn stokkie deed gaan.
Zaterdag heb ik mijn 'huis' bij elkaar geraapt en heeft een busje mij gebracht naar de voormalige hoofdstad van Thailand en tevens mijn volgende bestemming: Ayutthaya.
Samen met twee Franse ladies die ook ik in mijn hostel zaten, zijn we 6 (van de tientallen) indrukwekkende tempelpleinen afgegaan. Verder ben ik met hen naar de floating market geweest; een heleboel kraampjes gebouwd op het water. Vooraf gingen we met de boot een rondje varen en de beste kapitein had zo'n gigantisch origineel stuur, dat hij er een award voor zou moeten krijgen. Of op z'n minst een sticker. Hij bestuurde de boot naar links of rechts door... *tromgeroffel*... een krachtige waterspuit! (Zie foto) Geniaal toch?!
Ook hebben we op deze markt een bloederige Thaise show gezien, waarbij ik vooral bang was dat de beste man met z'n gooiende en brandende fakkel de hele boel in de fik zou steken.
Ondanks het regenseizoen was het de afgelopen dagen verdraaid warm: gevoelstemperatuur van 140 graden. Zelfs in stilstand zweet en puf ik hier meer dan ik thuis na een uur fitness doe (en dat heeft uiteraard niks te maken met de manier waarop ik sport). Terwijl ik daar bij de tempels liep, omgeven door dringende chinezen met hun zonwerende paraplu's, was ik regelmatig bijna in staat de regendans te gaan uitvoeren. Wat natuurlijk waanzin zou zijn, want de plu heb ik al te vaak naar m'n zin ingezet deze vakantie.
Na geen tempel, boedha of iets wat er ook maar op lijkt meer te kunnen zien, ben ik hem maandagavond gepeerd. Op het station pakte ik de 10 uur durende nachttrein naar Chiang Mai, die wat mij betreft mag worden uitgeroepen tot uitvinding van het jaar! Geweldig toch; bij binnenkomst is er al een bedje voor je opgemaakt en mag je jezelf al slapend vervoeren, om vervolgens redelijk fit op de plaats van bestemming te komen! Ik ga maar eens een voorstel indienen bij vliegtuigmaatschappijen, want daar stap ik altijd uit als een halve zombie.
Het grapje 'beroofd worden in de bus' in Peru vorig jaar herinnerde ik mij nog alsof het de dag van gister was en zou mij zeker geen tweede keer overkomen. Alle belangrijke stuff zat daarom in mijn moneybelt gepropt onder mijn kleren. Dat werd wat lastiger met mijn dik-vet-megagrote koelkastcamera en die heb ik de hele nacht omarmt alsof ik met mijn knappe neefje Milan lag te knuffelen. Een taser was op zich nog een leuke aanvulling geweest om mijn 'mij krijg je niet te pakken' statement nog wat verder op te krikken.
Dat was deze ronde weer. I'll keep you posted!
PS: de foto's hieronder zijn een beetje waardeloos, aangezien deze met mijn camera zijn gemaakt. Sommige zijn dus een foto van een foto of ik heb voor de mooiheid even Google gebruikt;)